Harrie van Daal
Na de Eerste Wereldoorlog heeft Harrie van Daal het slagveld in het Belgische Ieper bezocht. Daarvan is de in 1908 geboren ambtenaar van de toenmalige gemeente Overloon-Maashees diep onder de indruk geraakt.
Na de Eerste Wereldoorlog heeft Harrie van Daal het slagveld in het Belgische Ieper bezocht. Daarvan is de in 1908 geboren ambtenaar van de toenmalige gemeente Overloon-Maashees diep onder de indruk geraakt. In de Tweede Wereldoorlog blijft zijn Overloon ruim vier jaar lang verschoond van groot oorlogsgeweld. Maar in september 1944 kiezen Duitse troepen het dorp als basis in hun strijd tegen de geallieerden. Alle Overloners worden uit hun huizen gejaagd. Na drie weken hevige gevechten is het dorp totaal verwoest. Of, zoals Van Daal het beleeft, een tweede Ieper geworden.
Als hij enkele maanden later in het kapotgeschoten bos de overblijfselen van de strijd ziet, doet Van Daal samen met een bosarbeider het voorstel om een museum op te richten. Dertig Overloners dragen elk 50 gulden bij - terwijl de wederopbouw van hun dorp nog moet beginnen. Op 25 mei 1946 gaat het museum over de Tweede Wereldoorlog open, het eerste in West-Europa.