Amerikaanse divisie onder Canadees bevel
Nog niet eerder in de militaire geschiedenis opereerde een Amerikaanse divisie onder het bevel van een Canadese generaal. Deze toch wel bijzondere eer was voor de 104th US Infantry Division in West-Brabant. De infanteriedivisie is veel beter bekend als de Timberwolf (boswolf) divisie.
West-Brabant werd bevrijd door een waarlijk internationale troepenmacht. Het First Canadian Army van generaal Crerar had naast Canadese divisies ook een Britse, Poolse en Amerikaanse onder bevel. De laatste bevrijdde op 30 oktober 1944 Oudenbosch met zijn beroemde basiliek.
Het uiteindelijke doel voor de Amerikanen was het bereiken van het Hollands Diep. De “Timberwolves” was de eerste divisie die rechtstreeks vanuit Amerika in augustus 1944 naar Normandië was gevaren. Vanwege problemen in de bevoorrading moest de divisie wachten tot in oktober 1944 om naar het front gestuurd te kunnen worden. Het First Canadian Army kon versterking goed gebruiken en zo had de 104e divisie van generaal-majoor Terry Allen zijn eerste gevechtservaring in een gebied ten zuiden van Breda.
Eind oktober stond men voor een lastige klus, namelij…
West-Brabant werd bevrijd door een waarlijk internationale troepenmacht. Het First Canadian Army van generaal Crerar had naast Canadese divisies ook een Britse, Poolse en Amerikaanse onder bevel. De laatste bevrijdde op 30 oktober 1944 Oudenbosch met zijn beroemde basiliek.
Het uiteindelijke doel voor de Amerikanen was het bereiken van het Hollands Diep. De “Timberwolves” was de eerste divisie die rechtstreeks vanuit Amerika in augustus 1944 naar Normandië was gevaren. Vanwege problemen in de bevoorrading moest de divisie wachten tot in oktober 1944 om naar het front gestuurd te kunnen worden. Het First Canadian Army kon versterking goed gebruiken en zo had de 104e divisie van generaal-majoor Terry Allen zijn eerste gevechtservaring in een gebied ten zuiden van Breda.
Eind oktober stond men voor een lastige klus, namelijk de rivier de Mark oversteken ten zuiden van Standdaarbuiten. Een eerste poging van enkele tientallen Amerikanen aan de oostzijde van het dorp mislukte. Zij werden bij een tegenaanval onder de voet gelopen door de Duitsers. Slechts enkelen konden standhouden. De rest sneuvelde of werden gevangengenomen. Het realiseren van een Amerikaans bruggenhoofd vereiste een grotere aanpak.
Na twee dagen van intense voorbereiding ging vrijdag 3 november het 2e bataljon (ongeveer 600 man) van het 413th Infantry Regiment (“The Seagulls”) om exact 21.00 uur in de aanval. In bootjes roeide men aan de westkant van Standdaarbuiten de Mark over. Intens artillerievuur begeleidde de Amerikanen. Dit veroorzaakte veel schade in het dorp en vele branden. De Duitsers konden niet voorkomen dat de Amerikanen hun posities aan de overzijde van Mark versterkten. Tegen middernacht was het aantal Amerikanen bij Standdaarbuiten al toegenomen tot een kleine 2.000 man. Dit was het moment om op de plaats van de opgeblazen brug over de Mark (einde van de Veerstraat) een noodbrug te slaan. Nu konden de Timberwolves zwaar materieel aanvoeren om de opmars te ondersteunen. Dat was beslissend voor de gevechten in en rond Standdaarbuiten.
Het enige wat hun tegenstander, de 346. Infanterie Division, nog kon doen was langzaam terugtrekken. Het vlakke polderlandschap ten noorden Standdaarbuiten hielp hierbij.
Uiteindelijk bereikte een groep Amerikanen op zondagmiddag 5 november rond 16.15 uur bij de buurtschap de Roode Vaart het Hollands Diep. Het einddoel was bereikt. Omdat het Amerikaanse offensief bij Aken was vastgelopen moesten de “Timberwolves” snel daarnaartoe om hulp te gaan bieden.