Bevrijdingsmonument Welberg: Meer dan een achterhoedegevecht
Terwijl de Duitse troepen zich eind oktober 1944 over het hele front in West-Brabant terugtrokken op nieuwe stellingen, ontspon zich in de buurtschap Welberg en omgeving nog een buitengewoon felle strijd. Het was een achterhoedegevecht dat enkele dagen zou duren en veel slachtoffers kostte.
Bekijk alle 4 foto's
Na de bevrijding van Moerstraten bereikten de Canadese troepen op 30 oktober de toenmalige gemeentegrens met Steenbergen waar Welberg deel van uitmaakte. Een dag later volgde een eerste poging om Steenbergen en Welsberg in te nemen. Die werd geblokkeerd door een formidabele tankmuur, een dikke betonnen muur van bijna twee meter hoog.
Wat nu? Een nieuw plan voorzag in een nachtelijke aanval op de buurtschap Welberg en omgeving. Deze taak kreeg het Algonquin Regiment toegewezen, een bataljon van de 4th Canadian Armoured Division. De aanval vond plaats in de nacht van 31 oktober op 1 november, maar zou in een fiasco eindigen.
Evenals veel andere Canadese infanterie-eenheden had het Algonquin Regiment te kampen met een groot tekort aan manschappen. Op papier…
Na de bevrijding van Moerstraten bereikten de Canadese troepen op 30 oktober de toenmalige gemeentegrens met Steenbergen waar Welberg deel van uitmaakte. Een dag later volgde een eerste poging om Steenbergen en Welsberg in te nemen. Die werd geblokkeerd door een formidabele tankmuur, een dikke betonnen muur van bijna twee meter hoog.
Wat nu? Een nieuw plan voorzag in een nachtelijke aanval op de buurtschap Welberg en omgeving. Deze taak kreeg het Algonquin Regiment toegewezen, een bataljon van de 4th Canadian Armoured Division. De aanval vond plaats in de nacht van 31 oktober op 1 november, maar zou in een fiasco eindigen.
Evenals veel andere Canadese infanterie-eenheden had het Algonquin Regiment te kampen met een groot tekort aan manschappen. Op papier moest de gemiddelde compagnie ongeveer 150 man tellen, maar het bedroeg eind oktober 1944 nog maar enkele tientallen manschappen. Het aanvalsplan was eigenlijk heel simpel: een aanval met twee compagnieën, de A-Compagnie van majoor Atkinson en de C- Compagnie van majoor Stirling. Tanks stonden klaar voor wanneer de doorbraak was gerealiseerd.
De Alqonquins gingen in de nachtelijke uren op pad en ondervonden aanvankelijk weinig tegenstand. Rond vier uur bereikte de voorhoede de omgeving van de kerk in Welberg. De beide majoors vestigden hun hoofdkwartier in een woning niet ver van de kerk en hun manschappen groeven zich in en wachten af wat er ging komen.
Binnen een uur zetten de Duitse troepen vanuit het noorden de tegenaanval in. In de donkere nacht was het gevecht verward en onoverzichtelijk. Bovendien was de verbinding met het hoofdkwartier verloren gegaan en kon men niet om hulp vragen. Na een zware strijd overliepen de aanvallers de Canadezen. De beide majoors werden in hun hoofdkwartier gevangengenomen. Maar weinig Canadezen wisten in het donker te ontsnappen.
De mislukking was voornamelijk te wijten was aan onvoldoende verkenning vooraf, een onderschatting van de tegenstander en veel te weinig steun van tanks en artillerie. In éen van de oorlogsdagboeken van de 4th Canadian Armoured Division schreef men: ‘de vijand heeft opnieuw laten zien een expert te zijn in het terugtrekken; sterke achterhoedes achterlaten en zo tijd winnen om op een andere plaats weer een afweerlinie op te bouwen’. Een treffende conclusie!
Hoe liep het verder af met de Canadese pogingen Welberg en Steenbergen in te nemen? Twee dagen later ondernamen de Canadezen een nieuwe poging Welberg in te nemen. Ondanks een grotere aanpak kwam het op 3 november opnieuw tot hevige gevechten in de buurtschap met veel verliezen van mensen en voertuigen, zowel aan de Canadese als Duitse zijde. Pas toen de Duitse achterhoede zich richting Dinteloord terugtrok, lukt het de Canadezen Welberg en Steenbergen in te nemen.