Molen De Onderneming
De Onderneming werd in 1858 gebouwd als opvolger van een standerdmolen.
De Onderneming werd in 1858 gebouwd als opvolger van een standerdmolen. Hij kreeg een zeer hoge belt, terwijl onder in de molen werd een olieslagerij ingericht. Een deel van de belt werd naderhand afgegraven en vervangen door pakhuisruimte en een maalderij van twee verdiepingen hoog, uitgevoerd op een wel zeer fraaie mamier.
Op 20 mei/3 juni 1901 werd de molen in veiling gebracht. Tot 1914 was Bertus van de Water eigenaar van deze molen, die hem evenwel niet zelf bemaalde, maar verhuurde. In 1914 kocht P. Swinkels de molen. In 1934 werd de molen verdekkerd en later, in 1938, verbusseld.
Swinkels liet de molen in 1950 nog omvangrijk herstellen, maar desondanks volgde in december 1965 onttakeling om siloruimte te krijgen. Op 19 september 1971 brandt de molen uit, maar blijft als silo deel uitmaken van de herbouwde mengvoederfabriek die in 1981 de productie staakt, waarna de molen wordt verkocht.
De nieuwe eigenaar ‘restaure…
De Onderneming werd in 1858 gebouwd als opvolger van een standerdmolen. Hij kreeg een zeer hoge belt, terwijl onder in de molen werd een olieslagerij ingericht. Een deel van de belt werd naderhand afgegraven en vervangen door pakhuisruimte en een maalderij van twee verdiepingen hoog, uitgevoerd op een wel zeer fraaie mamier.
Op 20 mei/3 juni 1901 werd de molen in veiling gebracht. Tot 1914 was Bertus van de Water eigenaar van deze molen, die hem evenwel niet zelf bemaalde, maar verhuurde. In 1914 kocht P. Swinkels de molen. In 1934 werd de molen verdekkerd en later, in 1938, verbusseld.
Swinkels liet de molen in 1950 nog omvangrijk herstellen, maar desondanks volgde in december 1965 onttakeling om siloruimte te krijgen. Op 19 september 1971 brandt de molen uit, maar blijft als silo deel uitmaken van de herbouwde mengvoederfabriek die in 1981 de productie staakt, waarna de molen wordt verkocht.
De nieuwe eigenaar ‘restaureert’ de molen en richt deze in als woning. In 1991 is de molen uitwendig weer een echte molen, maar de manier van restauratie is aanvechtbaar. Zo zijn de afgekeurde roeden van de molen van Boekel herbruikt en de gebroken as van de standerdmolen van Volkel. Desondanks is de molenromp toch van betekenis door zijn verbouwing van omstreeks 1920 met de motormaalderij. Die is en veelhoekig en met twee verdiepingen bij een beltmolen uitzonderlijk van aard, ook al is deze waarde verminderd bij de verbouwing tot woonmolen