Natuurgrenspark de Groote Heide: Het Leenderbos
Het Leenderbos, Groote Heide en Valkenhorst vormen een zeer uitgestrekt natuurgebied op een aaneengesloten zandrug tussen Eindhoven en het Belgische Achel. Het bestaat uit naaldbossen, heidevelden, visvijvers, doorsneden door enkele beekdalen.
Bekijk alle 5 foto's
Leenderbos
Het Leenderbos is ongeveer 2000 hectare groot en wordt jaarlijks door zo’n miljoen mensen bezocht. Het bos bestaat voornamelijk uit naaldbomen en er leven veel verschillende vogels waaronder de nachtzwaluw, de roerdomp, de wespendief en de ijsvogel. Verder wordt het bos bevolkt door reeën, vossen, hazen en konijnen. In het Leenderbos kan natuurlijk volop gewandeld en gefietst worden. Er zijn ook veel ruiterpaden die bovendien geschikt zijn voor koetsen.
Tot 1930 lag in boswachterij Leenderbos een uitgestrekt gebied met heide en zandverstuivingen. De heide was niet meer rendabel voor de landbouw en het gebied verwaarloosde. Staatsbosbeheer kocht het aan en plantte in het kader van de werkverschaffing bossen aan. Het Leenderbos was een typisch productiebos, zoals ze ook elders in Nederland werden aangelegd.
Inmiddels heeft het Leenderbos niet meer de…
Leenderbos
Het Leenderbos is ongeveer 2000 hectare groot en wordt jaarlijks door zo’n miljoen mensen bezocht. Het bos bestaat voornamelijk uit naaldbomen en er leven veel verschillende vogels waaronder de nachtzwaluw, de roerdomp, de wespendief en de ijsvogel. Verder wordt het bos bevolkt door reeën, vossen, hazen en konijnen. In het Leenderbos kan natuurlijk volop gewandeld en gefietst worden. Er zijn ook veel ruiterpaden die bovendien geschikt zijn voor koetsen.
Tot 1930 lag in boswachterij Leenderbos een uitgestrekt gebied met heide en zandverstuivingen. De heide was niet meer rendabel voor de landbouw en het gebied verwaarloosde. Staatsbosbeheer kocht het aan en plantte in het kader van de werkverschaffing bossen aan. Het Leenderbos was een typisch productiebos, zoals ze ook elders in Nederland werden aangelegd.
Inmiddels heeft het Leenderbos niet meer dezelfde functie als in de crisisjaren. Weliswaar ‘levert’ het bos jaarlijks 6000 kuub hout, recreatie en natuurwaarden zijn nu minstens zo belangrijk. Er lopen veel wandel-, fiets- en ruiterpaden. De bossen worden steeds gevarieerder en daardoor ook aantrekkelijk voor verschillende diersoorten.
De Groote Heide
Nou ja, ‘groot’, het is maar hoe je het bekijkt. Vergeleken met vroeger is er niet veel meer van over. Bijna alle heide is omgezet in bos. Gelukkig zijn de overgebleven heidegebieden wel met elkaar verbonden: van Eindhoven tot wel 20 km in zuidelijke richting, tot over de Belgische grens.
Uitgestrekt wandelgebied
Dat maakt van deze heidegebieden een uitgestrekt wandelgebied met veel variatie. Helaas wordt het druk doorsneden door verkeerswegen. Maar daar is wat op gevonden! Ondanks de crisis is in 2013 begonnen met de bouw van 2 natuurbruggen (‘ecoducten’). Ze gaan over de wegen heen, zodat de dieren veilig van het ene naar het andere gebied kunnen trekken. En het levert ook minder gevaar op voor de automobilisten.
Valkenhorst
Indrukwekkend en merkwaardig in dit mooie gebied zijn de enorme visvijvers, die sinds 1900 in het dal van de Tongelreep zijn uitgegraven. Zij zijn een initiatief van de baron van Tuyll van Serooskerken van Heeze, later voortgezet door de Heidemij. Ook het uitgestrekte, natuurlijke Greveschutven werd tot visvijver ingericht. De vijvers staan weliswaar met elkaar in verbinding, maar zijn gescheiden door dijkjes.
Valkenhorst is tevens één van de vogelparadijzen van Brabant. Maar dat is het nog niet zo lang. Vroeger werden hier valken gevangen. Daar waren de heidevelden uitermate geschikt voor. Na te zijn getraind, werden de vogels verkocht aan adellijke hoven in binnen- en buitenland. Valkenswaard was er internationaal beroemd om.
Vogelen rond de visvijvers
Tijdens een wandeling zul je niets meer merken van de valkerij van vroeger. Toen rond 1900 de klad kwam in deze ‘sport’, moest worden uitgekeken naar een andere bestemming van de heide. Ze werd beplant met bos en aan de Tongelreep (een beek) werden visvijvers gegraven. Vooral karper, toen populair volksvoedsel, werd er gekweekt. De vijvers werden bemest en de vissen bijgevoerd: het leek wel intensieve veeteelt. Logisch dat daar allerlei wilde dieren van meeprofiteerden, zoals otter en visetende vogels. Ze werden natuurlijk te vuur en te zwaard bestreden.
Toen Brabants Landschap de vijvers in 1987 overnam, is de viskweek afgebouwd. De vogels zijn gebleven en hoeven niet langer bang te zijn voor paalklem of geweer. Je ziet er allerlei soorten eenden, ganzen, zwanen en roofvogels. Bijzonder is het broeden van roerdomp en zijn miniatuuruitgave het woudaapje. De visvijvers zijn tegenwoordig een vogelreservaat en daarom niet toegankelijk voor publiek.